Opgave aanvullende gegevens: welke gegevens?
Veel landbouwbedrijven moeten voor 1 februari weer een opgave aanvullende gegevens indienen, waarbij onder meer de voorraden meststoffen per 31 december moeten worden doorgegeven. Om welke voorraden gaat het daarbij en hoe bepaal je de gehalten.
Welke voorraden?
De volgende voorraden meststoffen moeten worden doorgegeven:
- dierlijke mest;
- kunstmest;
- mineralenconcentraat;
- spuiwater van luchtwassers, dat gebruikt gaat worden als meststof op het eigen bedrijf of als meststof wordt verhandeld;
- compost;
- zuiveringsslib;
- overige meststoffen of mengsels.
Van aangevoerde meststoffen zullen in veel gevallen de analyseresultaten aanwezig zijn, welke bij de opgave gebruikt moeten worden.
Hoeveelheden fosfaat en stikstof in voorraad dierlijke meststoffen
De gehalten van de voorraden op eigen bedrijf geproduceerde dierlijke meststoffen zijn meestal niet bekend. In de praktijk worden hiervoor vaak de forfaitaire gehalten gehanteerd. Dit is echter niet altijd juist, want er moet uitgegaan worden van de best beschikbare gegevens. In (afnemende) volgorde van belangrijkheid zijn dit:
- analyseresultaten van de voorraad mest;
- analyseresultaten van de afgevoerde mest in het afgelopen jaar of bij het ontbreken hiervan de analyseresultaten van het voorliggende jaar.
Alleen wanneer deze gegevens ontbreken of niet-representatief zijn, mag gebruik gemaakt worden van de forfaitaire gehalten. Het is aan de landbouwer om op basis van goed onderbouwde gegevens aannemelijk te maken dat de genoemde analyseresultaten niet-representatief zijn.
Spuiwater
Voor de bepaling van de gehalten van spuiwater zijn de volgende mogelijkheden:
- analyseresultaten van de voorraad;
- eerdere analyseresultaten van (afgevoerd) spuiwater;
- uitgaan van het verschil in kilogrammen tussen de stikstofcorrectie van een regulier en een emissiearm stalsysteem.
Bezinklaag
In een mestopslag met varkensmest kan een bezinklaag ontstaan. Deze moet apart opgegeven worden in de opgave aanvullende gegevens.