Snel uw antwoord vinden

Zonder gedoe

Vermetten Update

De Hoge Raad: ‘Belastingdienst mag niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten’

Eten en drinken moeten we allemaal. Betekent dat dat deze kosten altijd alleen privé zijn? Nee, bleek onlangs. De Hoge Raad oordeelde dat een ondernemer, die kosten voor maaltijden op locatie had gemaakt uit zakelijk belang, deze kosten mag aftrekken als ondernemingskosten. Het maakt niet uit hoe hoog de kosten zijn. De Belastingdienst vond dat deze kosten niet afgetrokken mochten worden.

 

De zaak

Een ondernemer uit Limburg werkte in 2014 zes maanden voor een opdrachtgever in Amsterdam en in 2015 in Tilburg. Tijdens deze periode at hij maaltijden (ontbijt, lunch en diner) in of bij horecagelegenheden. Hij trok deze kosten af, volgens de wettelijke regels (maximale aftrek 73,5%), bij het bepalen van zijn winst uit onderneming. De Belastingdienst vond echter dat deze kosten privé waren en daarom niet afgetrokken mochten worden.

 

Belastingrecht: hoe zat het ook alweer?

Een ondernemer mag kosten die hij maakt voor zijn bedrijf aftrekken bij het bepalen van de winst uit onderneming. Volgens de Hoge Raad is het de ondernemer die beslist of de uitgaven in het belang zijn van de onderneming. En niet de belastinginspecteur of de rechter. Als de ondernemer vindt dat de kosten zijn gemaakt met het oog op de zakelijke belangen van de onderneming, zijn ze in principe aftrekbaar. Het maakt niet uit hoe hoog deze kosten zijn. Alleen als kosten echt privé zijn, zijn ze niet zakelijk en dus niet aftrekbaar.

 

Uitgaven voor eten en drinken zijn gemengde kosten

Sommige kosten kunnen zowel zakelijk als privé zijn. Dit noemen we gemengde kosten. Kosten van eten, drinken en genotmiddelen, zogenaamde verteerkosten, vallen hier ook onder. Volgens de Hoge Raad betekent de noodzaak om te eten en te drinken niet automatisch dat deze kosten alleen vanuit persoonlijke behoeften zijn gemaakt.

 

De uitspraak: kosten zijn aftrekbaar

Volgens de Hoge Raad was het verblijf van de ondernemer in Amsterdam en Tilburg van zakelijk belang. Naast de huur van de kamer moeten de gemaakte verteerkosten daarom in principe ook worden beschouwd als zakelijke kosten. Dat de ondernemer buiten de deur at, en niet zelf boterhammen smeerde, verandert daar niets aan. Ook niet dat de maaltijden buiten de deur duurder zijn dan maaltijden die thuis bereid en genuttigd worden.

Volgens de Hoge Raad zijn de kosten dus aftrekbaar (destijds voor 73,5%).

Ook interessant